Op vrijdag 9 november 2018 is er een kernbezoek van de gemeenteraad in Den Bommel geweest.

Het bezoek begon in de Bommelstee met een kopje koffie en een gebakje van onze eigen ‘Bommelse’ bakker.

Hierna was er door de dorpsraad een wandeltocht door het dorp georganiseerd.

Tijdens de wandeltocht zijn de hoogtepunten, de pijnpunten en de toekomstplannen van Den Bommel aan bod gekomen.

Hieronder het verslag van één van de bezoekende raadsleden.

 

We waren vrijdagmiddag 9 november op werkbezoek in Den Bommel.

José de Jong als voorzitter ontving ons met de andere leden van de dorpsraad

allerhartelijkst in ‘de Bommelstee’. We dronken koffie en aten een gebakje

met het wapen van Den Bommel er op. De bakker op het dorp had ze geleverd.

 

Tijdens het voorstelrondje voegde het oudste lid van de dorpsraad, de heer

Rinus Bakelaar ons toe, dat hij al 85 jaar in Den Bommel woont, hij er

geboren is en er ook niet meer weg  hoopt te gaan. Een bijzondere man met

veel historische kennis. Hij vond het geweldig, zo zei hij mij aan het eind

van het bezoek, dat er zoveel raadsleden gekomen waren en wij hen met een

bezoek vereerden. Ik heb hem gezegd dat ook wij het geweldig fijn vinden dat

de dorpsraad ons wilde ontvangen en rondleiden en dat dat ons heel veel

informatie oplevert.

 

Wandelend door Den Bommel vertelde hij mij dat het voormalige raadhuis, dat

ooit op de dijk stond, drie dagen voor het einde van de tweede Wereldoorlog

door de Duitsers is opgeblazen. Een geweldige ravage was het gevolg. Dat

hadden ze ook met de watertoren van Zuidzijde willen doen maar daar is de

springstof niet afgegaan.

Daarna is het raadhuis gevestigd beneden aan de dijk. Het gebouw: ‘t oude

raedthuys’ waar we tijdens de wandeling op werden gewezen, is laatst

verkocht en zal tot appartementen worden verbouwd. Er is bij de bevolking

enige vrees dat het een Polen-hotel zal worden. Daar is echter geen enkele

aanleiding toe.

 

We liepen langs een mooi ingericht speelplein van de christelijke school,

langs de aangrenzende openbare school, we zagen veel mooie en zelfs

pittoreske plekjes maar liepen ook langs verpauperde gebiedjes en gebouwen

die nodig opgeknapt moeten worden. Via de kaai liepen we over een enigszins

verholen pad naar het leuk ingerichte strandje aan het Haringvliet. En daar

wordt door de bevers aan houtkap gedaan. De foto’s spreken voor zich.

 

Diverse inwoners kwamen naar buiten of spraken ons aan. Het

bezoek viel duidelijk op in de gemeenschap. Zeker toen we met z’n allen bij

‘de Bron’ binnenstapten waar de jaarlijkse verkoping van de kerk plaatsvond.

 

Er zijn veel verenigingen actief in Den Bommel; waren ze voorheen meer op

zichzelf gericht thans werken ze veel meer samen en pakken ook dingen

gezamenlijk op, dat geldt ook voor de kerken. De jeugdbrandweer is heel

vitaal, er geldt op dit moment zelfs een ledenstop. En de

watersportvereniging die vooral uit leden van buiten Den Bommel bestaat is

goed geïntegreerd in de gemeenschap.

 

Op de hoek van de Voorstraat werden we door José bijgepraat over de

proeftuin, het gebiedsontwikkelingstraject waarbij het sociale en fysieke

domein samenkomen. Het zal de leefbaarheid vergroten. En daar zijn al

duidelijk voorbeelden van, zo voegde Eric Godrie mij tijdens de wandeling

toe, maar vanzelfsprekend heeft dat tijd nodig.

 

Tijdens de wandeling hebben we genoten van de wandeling, van het mooie,

enigszins frisse weer en van de prachtige herfstkleuren die heel goed

uitkwamen mede door de laagstaande middagzon.

 

Het was zonder meer een heel waardevol bezoek met deelname door veel

raadsleden, griffiemedewerkers en een vertegenwoordiging vanuit het college,

de directie en de ambtenaren.

 

Goed om de kernen te bezoeken en op deze wijze met elkaar in gesprek te

komen.

Met dank aan de dorpsraad van Den Bommel en Zuidzijde want ook Zuidzijde

valt onder deze dorpsraad.